Aanbieding!

SPECIAL BLACK ALE

Celtic Ale =BIO= 33CL

Dit tweede bier uit de JOURNEY OF BEER reeks neemt je mee naar de tijd van de kelten waar bier werd gebrouwen op open vuren waardoor mouten geroast werden en het bier dus een zwarte kleur kreeg met een smokey taste. daarnaast hebben we gebruik gemaakt van bramen, jeneverbessen en honing waardoor je je in de bossen waant naast een vuur met een hoorn vol heerlijk bier. Alcohol: 6.4%.

Ingrediënten: Water, GERSTemout, TARWEmout, hop, gist, bramen, honing, jeneverbes.

 

 2,00

Kleur

Donkerzwart (110 EBC)

Geur

Smokey, bramen, koffie, chocolade

Smaak

Smokey, bramen, koffie, chocolade

Afdronk

Donker toasted

Alcohol

6.4%

Drink Temperatuur

4-7°C

Gisting

Boven

IBU (bitterheid)

24

DUIK IN DE HISTORIE

‘Mooie meid, goed gerstebier’
(Keltisch-Latijnse leus)

In de eeuwen voor het begin van onze jaartelling veroverden de Romeinen streken in Europa waar Kelten leefden. Het kerngebied van hun cultuur lag in Zuid-Duitsland, Oostenrijk, Zwitserland en Noordoost-Frankrijk. Hier zijn rijke archeologische vondsten gedaan, waaronder strijdwagens, bronzen ketels, drinkhoorns, zwaarden en prachtige sieraden. Astrix en Obelix zijn onze bekendste Keltische striphelden. Ook in de Lage Landen hebben Kelten gewoond, zoals de Eburonen en de Menapiërs. Ze hebben nauwelijks geschreven teksten nagelaten, dus wat we over hen weten komt uit Griekse en Romeinse bronnen en archeologische vondsten.

De Kelten woonden in kleine nederzettingen van enkele boerderijen en leefden van akkerbouw en veeteelt. Op de Celtic fields werden vooral emmertarwe en gerst verbouwd. Het geoogste graan werd bewaard in afgedichte kuilen in de grond of in kleine voorraadschuurtjes op palen. In de omgeving werden allerlei vruchten verzameld, zoals bramen en bessen.

Veel Kelten dronken waarschijnlijk water uit een nabijgelegen stroom of put. Volgens Griekse en Romeinse schrijvers dronk de elite wijn, de middenklasse tarwebier met honing en de lagere klasse gerstebier. Ook mixen van deze dranken kwamen voor. Het bier werd cervesia genoemd – een woord van Keltische oorsprong en niet afkomstig van de Romeinse godin Ceres! De Kelten werden afgeschilderd als barbaarse zuiperds en dronkenlappen. Zij hielden drinkgelagen om bijzondere dingen te vieren, waarbij ze aardewerk kruiken en zilveren bekers aan elkaar doorgaven. Geregeld mondden de drinkgelagen uit in ruzies en vechtpartijen.

In de Romeinse periode, die duurde tot de vijfde eeuw n.C., zijn de Kelten gaandeweg geromaniseerd. Toch bleven veel van hun gebruiken bestaan, zoals het drinken van bier. Op aardewerk drinkgerei en andere voorwerpen werden Keltisch-Latijnse leuzen geschreven als ‘Mooie meid, goed gerstebier’ en ‘Serveerster, vul deze kruik met tarwebier’. In het stroomdal van de Moezel zijn grafstenen gevonden met beroepen als biermaker en bierhandelaar en op voormalige Romeinse landgoederen bevonden zich mogelijk bierbrouwerijen.

Volgens de klassieke schrijvers werd het bier gemaakt van tarwe en gerst. Archeologen hebben kuilen gevonden met grote hoeveelheden gekiemde gerstekorrels. Ze kwamen ook T-vormige constructies tegen waarop de mout kon worden gedroogd. Een tekst uit de vijfde eeuw beschrijft hoe granen in water werden geweekt en daarna gedroogd en gemalen. Vervolgens werd de mout gemengd met water en dan vergist tot bier. Blijkbaar werd het ongegiste bier niet gekookt, zoals tegenwoordig. Rijkere huishoudens verwarmden het moutbeslag waarschijnlijk in een metalen ketel, want de techniek van het maken van bronzen ketels was al bekend.

Het bier kon worden bewaard in grote aardewerk vaten die in de vloer van de boerderij waren ingegraven om de inhoud koel te houden. De Kelten gelden als de uitvinders van houten vaten waarin ze hun wijn vervoerden en mogelijk ook het bier. De god Sucellus was beschermheer van de kuipers en hun gereedschap.

Sinds enkele decennia worden organische residuen uit kruiken, bekers en potten microscopisch geanalyseerd. Zelden zitten hier resten van een granendrank als bier bij. Meestal gaat het om dranken waarin bijenwas, vruchten of kruiden waren verwerkt. Bijenwas en honing werden gebruikt als conserveermiddel en zoetstof die de vergisting op gang bracht of het alcoholgehalte verhoogde. Wanneer resten van granen werden aangetroffen, was dit evengoed in combinatie met honing en vruchten. Vermoedelijk dronken de Kelten het liefst een gekruid honingbier. Kruiden en vruchten die in combinatie met granen zijn gevonden, zijn: moerasspirea, lindebloesem, witte klaver, gagel, rode bosbes, cranberry, hop, wilde peen, bijvoet en bilzekruid.

De Keltische remake voor onze Journey of Beer is gemaakt van half om half tarwemout en gerstemout. We hebben iets donkerder mouten geselecteerd, zoals geroosterde tarwe en viennamout, omdat ook de Kelten hun mouten roosterden. Dit kon indertijd een rooklucht hebben gegeven, zodat we een deel met beukenhout geroosterde gerst hebben toegevoegd. Met het drinken van dit bier ruik je het houtvuur van een Keltisch dorp. Natuurlijk mocht honing niet ontbreken. Tegen het einde van het koken zijn vier volle emmers in het brouwsel gegaan. Als smaakmakers uit de natuurlijke omgeving zijn 150 kilogram bramen en 1,5 kilogram jeneverbes gebruikt en als bierkruiden moerasspirea en hop. Het bier is zacht, heeft karameltonen en bij de afdronk proef je een licht zuurtje vanwege de bramen. Dit bier streelt de tong als een toverdrank van Keltische druïden.

0
WINKELMAND
Je winkelmand is leeg